Hollandgangers uit Westfalen

Tussen 1700 en 1800 zijn vanuit de omgeving van Soest in Westfalen een vijftal Diemels naar Nederland getrokken en hebben zich daar blijvend in de provincies Zuid- en Noord-Holland gevestigd. Gelet op de vermelding van de geboorteplaatsen in hun huwelijksakten komen vier van de vijf Hollandgangers uit het plaatsje Niederbergheim (gemeente Allagen) aan het riviertje de Möhne. Eén is afkomstig uit de voormalige Hanzestad Soest, ongeveer 15 km ten noordwesten van Niederbergheim.

Gerrit (Gerhard) Diemel is afkomstig uit Soest. Hij gaat op 2 mei 1704 in ondertrouw met Anna Margaretha Betgens te Amsterdam. Hij is 29 jaar oud en Cleermaker van beroep. Zijn vrouw Anna Margaretha is eveneens afkomstig uit Soest en is 30 jaar oud. Ze zijn Nederlands Hervormd. In de periode tussen 1705 en 1715 worden twee zonen en drie dochters in Amsterdam geboren.
Het is onwaarschijnlijk dat Gerrit familie is van het viertal uit Niederbergheim. Volgens voormalig stadsarchivaris van de stad Soest, dhr. Deus, mag je er zeker niet van uitgaan dat de Soester Diemels verwant zijn aan de Diemels uit Niederbergheim. Niederbergheim behoorde in die tijd niet tot de Soester Börde (Soester gebied). Op confessionele gronden onderscheidde Niederbergheim zich van Soest. Niederbergheim behoorde in die tijd tot het katholieke Kölnischen Westfalen, terwijl Soest evangelisch-lutherse georiënteerd was.
Tot nog toe zijn er zowel in Nederlandse als in Duitse archieven geen verdere relaties gevonden tussen Gerrit en de Diemels uit Niederbergheim.

Frans Otto Diemel is de eerste Diemel uit Niederbergheim die het avontuur opzoekt in Holland en neerstrijkt in het plaatsje Voorhout ten noordwesten van Leiden. Hij laat het eerst van zich horen bij een boedelverkoop op 18 augustus 1756. Daar koopt hij een koperen ketel ten huize van Leendert van de Pluijm in Noordwijkerhoek. Op 13 november 1756 verschijnt hij voor schout en schepenen van Voorhout en trouwt hij met Jannetje Arisd. Van Hees. Een dag later wordt ook het kerkelijk huwelijk voltrokken (RK). In zijn trouwakte staat vermeld dat hij, jongman, gebooren is in Nederenbergheijm in het land van Kuijl (Keulen). In 1758 koopt hij een woning aan de Herenweg in Voorhout, vlakbij de Leidsevaart. In de periode tussen 1757 en 1764 krijgen zij zes kinderen. Vijf kinderen halen het eerste levensjaar niet. Eén zoon blijft leven, die voor verder nageslacht zorgt. Het is lang onduidelijk geweest welk beroep Frans Otto heeft uitgeoefend. Uit een document uit 1785 is gebleken, dat hij in ieder geval ook kleermaker van beroep was.

Ongeveer 25 jaar later vertrekt een tweede Diemel uit Niederbergheim richting Nederland. Gaudentius Diemel vestigt zich in het dorpje Stompwijk ongeveer 10km ten zuiden van Leiden. Op 19 mei 1782 verschijnt hij voor schout en schepenen van Stompwijk en trouwt hij met Marijtje Lelijveld. Ook het kerkelijk huwelijke (RK) wordt op dezelfde dag voltrokken. Volgens de huwelijkakte is hij ‘geboortig van Nederenberchem’. In de periode tussen 1783 en 1804 krijgen zij zes zonen en vijf dochters. De eerste vier kinderen zijn in Stompwijk geboren, de andere kinderen in Leiden. Gaudentius was kleermaker van beroep.

Dirk (Theodorus) Diemel komt in Zuid-Akendam (Schoten, thans gemeente Haarlem) terecht. Hij koopt in oktober 1789 een smidswinkel (van ouds een wagenmakerswinkel) aan de Kleverlaan. Vervolgens trouwt hij op 14 februari 1790 voor de schout en schepenen van Zuid-Akendam met Johanna Pulling (Pulle). Op dezelfde dag trouwt hij in Haarlem voor de kerk (RK). Hij hertrouwt drie maal. In alle gevallen komen zijn vrouwen voortijdig te overlijden. In de verschillende huwelijksakten wordt vermeld, dat hij geboren is respectievelijk in ‘Munsterland’, ‘Niederbergheijm in Westfalen’ en ‘Nederberg in Duytsland ‘. Hij krijgt in totaal elf kinderen en uiteindelijk blijft slechts één zoon in leven die voor nageslacht zorgt. Echter in de 19de eeuw sterft de tak van Dirk uit.

Willem Diemel, de vierde Hollandganger uit Niederbergheim, vestigt zich als meerderjarige jongeman in Nieuwveen en trouwt in juli 1798 voor schout en schepenen van Nieuwveen met weduwe Antje Kluijs. In zijn huwelijksakte staat dat hij geboren is in Nederberg in Ceulsland. Zij krijgen een zoon, die na twee maanden overlijdt. Het wijst erop dat Willem RK is, want in de doopakte van hun zoon staat achter de naam van de moeder: ’acatholica’.
Bij Willem kun je twijfelen of zijn geboorteplaats overeenkomt met Niederbergheim. De in de huwelijksakte vermelde geboorteplaats Nederberg in Ceulsland kan misschien ook verwijzen naar het plaatsje Niederberg ten zuidwesten van Keulen. Aan de andere kant nam men het vroeger ook niet zo nauw met de schrijfwijze van namen en plaatsen. Bovendien treffen we ook in de huwelijksakten van Dirk verschillende geboorteplaatsen en wordt naast Niederbergheim eveneens Nederberg genoemd.